Kwaliteitsborging voor het bouwen is het bewaken van de kwaliteit van ontwerp en uitvoering zodat het eindresultaat aan de voorschriften van het Bouwbesluit voldoet. In het huidige stelsel toetst de gemeente bouwplannen vooraf en ziet toe op de uitvoering volgens de verleende vergunning. Onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) dragen partijen in de bouw zelf zorg voor het voldoen aan de voorschriften.
Ze doen dit op basis van een instrument voor kwaliteitsborging, toegepast door een onafhankelijke kwaliteitsborger. Het moeten inzetten van een kwaliteitsborger gaat
gefaseerd in werking en start voor alle bouwwerken onder Gevolgklasse 1. Na een evaluatieperiode wordt besloten of ook hogere gevolgklassen onder de Wkb vallen.
De nieuwe wetgeving geldt voor alle partijen uit de bouwketen: ontwikkelaars/opdrachtgevers (incl. architect en voorschrijvers), bouwers, kwaliteitsborgers en bevoegd gezag.
De Wet kwaliteitsborging heeft drie doelen:
De regels van de Wet kwaliteitsborging zijn overgenomen in een algemene maatregel van bestuur (AMvB) onder de Omgevingswet: het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), de opvolger van het Bouwbesluit 2012.
De Wet kwaliteitsborging borging voor het bouwen zal bij inwerkingtreding alleen gelden voor bouwwerken vallend onder sse 1. Het gaat samengevat om de volgende bouwwerken:
Op 14 mei 2019 heeft de Eerste Kamer het Wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen aanvaard. De Wkb zou volgens de oorspronkelijke planning op 1 januari 2021 in werking treden. Op 20 mei jl. heeft minister Ollongren van BZK de Tweede Kamer voorgesteld dit uit te stellen naar 1 januari 2022. De aansprakelijkheid, die geregeld is via het Burgerlijk Wetboek, gaat vooralsnog ook per 1 januari 2022 in werking, maar geldt voor alle bouwwerken (dus niet alleen bouwwerken vallend onder Gevolgklasse 1) waarvoor na deze datum een contract wordt aangegaan voor het realiseren van het bouwwerk. Bij aanneming van bouwwerken is (en blijft) de aannemer na inwerkingtreding van de Wkb aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Hiervan kan niet ten nadele van de particuliere opdrachtgever worden afgeweken. In andere gevallen kan hier alleen van worden afgeweken indien dit contractueel is overeengekomen.
De Wkb introduceert twee dossiers: het dossier bevoegd gezag (publiekrechtelijk) en het opleverdossier (privaatrechtelijk).
Het dossier bevoegd gezag geldt vooralsnog alleen voor bouwwerken vallen ook onder gevolgklasse 1 waarvoor vanaf 1 januari 2022 een Omgevingsplanactiviteit wordt aangevraagd
Voor het ‘consumentendossier’ is tot nu toe geen overgangsrecht geregeld. Dit betekent dat alle bouwwerken die na 1 januari 2022 worden opgeleverd voorzien moeten zijn van een consumentendossier/opleverdossier.
Het doel van het consumentendossier is vierdelig:
Door de Wkb verandert de rol van gemeenten tijdens het bouwproces. Gemeenten kunnen samen met aannemer/architect, kwaliteitsborger en waar mogelijk opdrachtgever nu al nuttige ervaring opdoen met de nieuwe wetgeving door middel van proefprojecten. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gaat gemeenten de komende tijd hierbij ondersteunen. Hiertoe heeft de VNG – in nauwe samenwerking met de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland – het Implementatieteam Wkb opgezet. Proefprojecten geven inzicht in en ervaring met het werken in een nieuw stelsel. Tijdens deze proefprojecten doen alle partijen waardevolle praktijkervaring op en worden mogelijke knelpunten in het stelsel zichtbaar. De VMRG is actief betrokken bij proefprojecten en wordt graag geïnformeerd als bedrijven betrokken zijn bij proefprojecten. Op basis van opgedane ervaringen, kan de VMRG de gevelbranche informeren over mogelijke toekomstige consequenties.
Uw organisatie promoten via het Gevelbouw netwerk? Ik help u graag verder.