Circulaire revolutie in de Geveleconomie?

Ik ben betoverd. Een jaar geleden was de circulaire economie voor mij nog een verre horizon. Een kreet waar ik mij weinig bij kon voorstellen. Dat veranderde echter drastisch toen ik mijn intrede deed bij Vereniging ION, de brancheorganisatie voor oppervlaktebehandelaars in Nederland. De afgelopen twaalf maanden ben ik ondergedompeld in de betoverende wereld van oppervlaktetechnologie.

Wat begon als een professionele stap, is uitgegroeid tot een ware passie. Ik ben besmet – in de meest positieve zin van het woord – met wat ik nu beschouw als een van de meest bewonderenswaardige productiemethoden voor het behoud van materialen als staal en aluminium. Betrokkenheid, innovatie en duurzaamheid, dat is wat ik zie in onze branche.

Mijn werk bij Vereniging ION heeft mij niet alleen blootgesteld aan de wereld van oppervlaktebehandeling. Het heeft mij ook de kans gegeven om betrokken te raken bij kwaliteitskeurmerken voor de geveleconomie, zoals Qual.ION. En elke dag, met elke stap en tijdens elk gesprek raak ik meer gefascineerd.  Onze leden, applicateurs en leveranciers worstelen zich door de eisen van een circulaire geveleconomie. Die eisen worden gesteld door bouw- en vastgoedbedrijven, maar we stellen ze ook aan onszelf. Niet voor niets staat de Nederlandse oppervlaktebehandeling bekend om de hoge kwaliteit die wordt geleverd.

Het is boeiend om te zien hoe bij consumenten en bedrijven de interesse – al dan niet opgelegd vanuit de overheid – in circulaire producten en diensten gestaag groeit. Producenten van gevelmaterialen en -systemen nemen hun verantwoordelijkheid en integreren circulaire aspecten in hun producten, of het nu gaat om nieuwbouw-, renovatie- of retrofitprojecten.

De weg naar een circulaire economie is echter niet zonder obstakels. Regelgeving wordt strenger, technologische innovaties zijn noodzakelijk en kosten kunnen initieel hoger uitvallen. Maar dit zijn slechts uitdagingen die we met vastberadenheid en innovatie kunnen overwinnen.

We moeten terug naar de tekentafel, naar de ontwerpfase, en van daaruit bouwen aan een duurzame toekomst. Door te investeren in hoogwaardige materialen, met technologieën die recycling mogelijk maken, en door periodiek onderhoud uit te voeren, kunnen we de levensduur van gevelbekleding verlengen en afvalstromen verminderen.

Laten we niet naïef zijn. Er liggen nog uitdagingen voor ons, zoals de complexiteit van sommige materialen en systemen die recycling bemoeilijken. Innovatieve recyclingtechnieken zijn een must en vereisen nauwe samenwerking binnen de keten.

Maar ik geloof dat we, met vastberadenheid en samenwerking, economisch haalbare oplossingen kunnen vinden voor een circulaire geveleconomie. En wanneer dat gebeurt, zal het niet alleen de bouw- en vastgoedsector ten goede komen, maar ook de planeet die we allemaal ‘ons thuis’ noemen. Laten we samen bouwen aan een duurzame toekomst, één gevel tegelijk.