Zoals ieder jaar keek ik weer ademloos naar de ijzingwekkende prestaties bij het kunstrijden op de schaats. De dames zweven door de lucht, al dan niet ‘geworpen’ door een partner. Om kans te maken op een prijs is bij de heren de viervoudige quad-sprong gevolgd door een triple, een must. Als de schaatser ‘zijn dag niet heeft’, vereenvoudigt hij het aantal sprongrotaties. Dat kost wel punten. Maar uitvoeren van een oorspronkelijk geplande sprong en onderuit gaan, kost meer. Soms met tranen in de ogen vanwege een minder geslaagde kür, zitten de schaatsers na hun performance op het ‘kiss and cry bankje’ te wachten op het oordeel van de jury. Het lijkt wel de bouw.
Veel love was er tussen partijen bij de start van het project verbouwing zaagloods. Toen er echter twee jaar na de oplevering asbestdeeltjes door de loods bleken te dwarrelen was er van die liefde niets meer over. Arbiters wachtte de schone taak om een (eind)oordeel te vellen over de prestaties van de aannemer en diens onderaannemer.
Opdrachtgever heeft de aannemer aansprakelijk gesteld voor een verborgen gebrek in verband met de aangetroffen asbestdeeltjes. De aansprakelijkheid wordt door de aannemer betwist. De opdracht aan de aannemer bestond uit het saneren van asbesthoudende gevelpanelen van de loods. Aannemer heeft bij de oplevering een certificaat van schoonverklaring afgegeven. Hij stelt dat zijn asbestverwijderingswerkzaamheden beperkt waren tot de gevelbeplating en het schoonmaken van de horizontale balken in de loods tot 2 meter uit de gevel en dat dit ook deugdelijk is gebeurd. Naar zijn mening zijn de asbestdeeltjes afkomstig van eerdere werkzaamheden aan asbesthoudende delen van het dak door derden.
Arbiters stellen vast dat partijen het eens zijn dat het gevelplaten van 6 meter hoog betreft die bevestigd waren in de gleuven van metalen staanders en verwijderd konden worden door ze uit die staanders in opwaartse richting te trekken. Vast staat ook dat omdat de eerste twee platen veel meer tijd kostten dan gepland, de onderaannemer besloot om de resterende platen met groot materieel te breken. De verwijdering van de gevelplaten is weliswaar ‘in containment’ gebeurd maar arbiters vermoeden, zich baserend onder meer op de foto’s en de overgelegde stukken, dat de bovenste 2/3 van de gevelbeplating zich niet binnen het ‘containment’ bevond. Bij het breken van de cementgebonden beplating zouden zich asbestdeeltjes hebben kunnen verspreiden naar boven de vloer gelegen constructiedelen, stellingen en balken, terwijl de vloer tijdens de controle vlak na de uitvoering van het werkzaamheden, vrij van asbest was. In een tussenvonnis hebben arbiters geoordeeld dat aannemer in de gelegenheid wordt gesteld tegenbewijs te leveren tegen dit vermoeden.
Het scheidsgerecht heeft daartoe getuigenverhoren afgenomen. Gebaseerd op de overgelegde asbestinventarisatierapporten, stelt de aannemer (alsmede de onderaannemer) dat het aangetroffen asbest niet afkomstig kan zijn van de door hem gesaneerde gevelpanelen omdat het chrysotiel-percentage in de genomen monsters verschilt van het percentage van 10-15% in de gevelpanelen. Bovendien staat in de rapporten dat de oorspronkelijke bron van de besmetting niet te achterhalen is en wordt verondersteld dat er een relatie is met de vestiging van een zagerij in de loods gedurende meer dan 30 jaar. Alles overziend zijn arbiters van (eind)oordeel dat de aannemer geslaagd is in het weerleggen van het vermoeden dat de asbestdeeltjes zijn verspreid tijdens het breken van de gevelpanelen door zijn onderaannemer. Dat betekent dat niet is komen vast te staan dat aannemer de door opdrachtgever (aan een derde) betaalde saneringskosten heeft veroorzaakt.
Alhoewel van de beoogde uitvoering is afgeweken, heeft de aannemer geen puntenaftrek gekregen vanwege een andere methode van uitvoering.
Wilt u zeker zijn van een topscore? Het VMRG-Keurmerk® brengt uw project naar grote hoogten en biedt u gegarandeerd de maximale punten op kwaliteit en uitvoering.
Uitgelichte afbeelding: Mr. Bettina Hertstein, www.bouwrechtbedrijf.nl