Wanneer de gemoederen van partijen oververhit raken, kan het gemakkelijk tot een uitbarsting komen. Als de geest daarna niet meer in de fles wil, zien zij zich meestal genoodzaakt externe hulp in te roepen. Bovennatuurlijk hoeft die niet te zijn. De eer kwam toe aan het scheidsgerecht van de Raad (van Arbitrage in bouwgeschillen) om de barsten in hun samenwerking (bouw)technisch en juridisch te beoordelen.
Al in 2016 heeft opdrachtgever met (de rechtsvoorganger van) zijn aannemer een aannemingsovereenkomst gesloten voor het plaatsen van nieuwe aluminium kozijnen met ruiten in het pand waarin hij een aantal appartementen verhuurt. In een van die appartementen is in 2018 sprake van ruitbreuk. Aannemer heeft opdrachtgever niet laten barsten. Hij heeft onderzoek gepleegd en heeft vastgesteld dat er sprake is van een verkeerde montage. De betreffende ruit heeft hij onder garantie – overeenkomstig de van toepassing zijnde VMRG Voorwaarden – vervangen door een ruit van eenzelfde kwaliteitsnorm. Alle overige door hem geleverde en gemonteerde ruiten heeft hij gecontroleerd. Ze bleken alle in orde. De spanning die ontstaan was tussen partijen was daarmee voorbij. Maar niet voor lang.
In 2019 is er volgens de opdrachtgever in twee andere appartementen ook sprake van ruitbreuk. In 2022 heeft hij de aannemer daar formeel voor in gebreke gesteld en hem gesommeerd de ruiten te vervangen. Aannemer heeft zijn aansprakelijkheid steeds betwist en de ingebrekestelling van de hand gewezen. Hij heeft geen gehoor gegeven aan de sommatie. Opdrachtgever heeft de spontaan gebarsten ruiten in de twee andere appartementen door een derde laten vervangen. Hij meent dat de kosten daarvan voor de aannemer komen. Maar die is een heel andere mening toegedaan.
In de hete zomer van 2023 kwam de uitbarsting en heeft opdrachtgever de zaak voor de Raad gebracht. Ter zitting voert hij aan dat zijn glaszetter, die de twee ruiten heeft vervangen, heeft geconstateerd dat ‘de schroeven wat dicht op het glas zaten’. De glaszetter wil daar echter niet over verklaren en ook zijn er tijdens de vervanging geen foto’s gemaakt. Opdrachtgever meent dat – alhoewel een thermische breuk (uitgesloten van garantie in de VMRG Voorwaarden) ook wat hem betreft niet aan de orde is – het voor de oorzaak van het ontstaan van de barsten niets uitmaakt voor de aansprakelijkheid van de aannemer. Hij wil schadevergoeding voor geleden en nog te lijden schade met het oog op nog spontaan te barsten ruiten. Aannemer betwist gemotiveerd al hetgeen de opdrachtgever stelt en vordert.
Naar het oordeel van arbiter heeft opdrachtgever op geen enkele wijze aangetoond dat de aannemer tekort geschoten is in de nakoming van de voor de aannemer uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Zonder verdere onderbouwing met foto’s van de vervanging van de ruiten of met een expertiserapport, kan arbiter opdrachtgever niet volgen in zijn stelling dat de aannemer aansprakelijk is, ongeacht de oorzaak van de breuken. Om die reden komen de kosten voor rekening en risico van opdrachtgever. Ook heeft arbiter nu niet meer de mogelijkheid om de oorspronkelijk geplaatste ruiten te beoordelen. Een vervangen ruit met montagefouten betekent niet dat ook de overige ruiten niet juist zouden zijn gemonteerd. De stelling van de aannemer dat hij destijds de overige ruiten heeft gecontroleerd, is door opdrachtgever niet weersproken. Ook uit het scheurpatroon van de oorspronkelijke ruiten, zoals te zien op door de opdrachtgever ingebrachte foto’s, blijkt niet de oorzaak van de glasbreuk. Evenmin blijkt uit die foto’s dat er onmiskenbaar sprake is van thermische breuk. Ter zitting heeft aannemer nog toegelicht dat de tussenstijlen en -regels van de op foto vastgelegde ruiten met scheuren, niet voorzien zijn van schroeven. Daarmee is een oorzaak als verkeerd aangebrachte schroeven ook niet aan de orde. Dat de ruiten niet voldoen aan het beoogde gebruik van de ruiten is evenmin gebleken nu de twee, door de glaszetter van opdrachtgever vervangen ruiten, zijn vervangen door ruiten met eenzelfde kwaliteit en deze nog steeds geen barsten of breuken vertonen net zomin als dat het geval is bij de eerste door de aannemer vervangen ruit. De vorderingen van de opdrachtgever worden afgewezen.
De (bouw)praktijk blijkt weerbarstig. De leden van de VMRG hebben weliswaar geen glazen bol maar staan wel in voor hun kwaliteit. Voor toekomstige spontane barsten in de ruiten hoeft opdrachtgever dan ook niet te vrezen.