Trespa zet de standaard: ‘Neem geen genoegen met een marketingdocumentje’

Natuurlijk kan elk bedrijf zeggen dat ‘het streven naar duurzaamheid’ in de genen zit. Maar de vraag is of dat bedrijf daarmee diepere doelstellingen bereikt. Bij Trespa in Weert gooit men het nu over een andere boeg: men wil vooral ook streven naar meer transparantie over de data rondom duurzaamheid. Marco Beelen, Regional Sales Manager voor Nederland, vertelt dat Trespa een ‘gedurfde en ondubbelzinnige verklaring’ presenteert: “Ik heb het over de Trespa-Standaard waarvan ik hoop dat de industrie ons daar in gaat volgen.”

“Hiermee positioneren we onszelf als leider van op feiten gebaseerde communicatie op het gebied van productduurzaamheid”, vertelt Marco. “Dat wij altijd streven naar duurzaamheid, dát weet de markt wel maar wat ons betreft gaat het nu ook om het laten zien van onze transparante werkwijzen én de toewijding die we hebben aan de voortdurende verbetering van onze producten én productielocatie.”

“We weten immers welke impact onze industrie heeft op het milieu”, vervolgt hij. “Door dit feit te erkennen kunnen we meer verantwoorde keuzes maken. In andere woorden: we kunnen de manier waarop ‘dingen gedaan worden’ veranderen. Zo is de aanzienlijke ecologische voetafdruk van onze sector te wijten aan het gebruik van energie-intensieve materialen en processen. Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 39% (!) van de wereldwijde energie gerelateerde koolstofuitstoot. Uiteraard blijft het ons doel om die te verminderen. Wij willen de industrie nu helpen te transformeren naar meer duurzame werkwijzen. Daarom stellen we nieuwe normen om weloverwogen – lees: betere! – beslissingen te nemen op basis van onbetwistbare data.”

Volgens Marco zijn alle data waar Trespa mee komt, op feiten gebaseerd. “Het is niet iets wat wij ‘zomaar’ zelf bedacht hebben. Wij hebben al onze data door derde partijen laten toetsen. Denk daarbij aan milieuproductverklaringen per product (EPD), door derden geverifieerde bio-based inhoud per product, door derden geverifieerde Productgezondheidsverklaringen (HPD), door derden geverifieerde VOC-emissies en door derden geverifieerde groene gebouwcertificeringsverklaringen. Alle inhoud die we publiceren is dus uitvoerig getest. Het zijn geen losse flodders. Het klopt wat we vertellen. Deze standaard wordt dit jaar verder uitgerold. Wat ons betreft zouden partijen in de markt geen genoegen meer moeten nemen met een of ander marketingdocumentje van een producent waarin mooie woorden en grote beloften staan. Het kan namelijk om mensenlevens gaan. Denk bijvoorbeeld eens aan het bevorderen van de brandveiligheid van gevels. Er zijn in de afgelopen jaren – iedereen weet waar ik het over heb – grote ongelukken gebeurd. Op zo een moment moet je in het voortraject niet gefocust zijn op het vermarkten van jouw product alleen. Het gaat om echte impact in het leven van mensen! De materiaalkeuze voor gevelbouw kan dus veel gerichter en doeltreffender. Met betere (veiligere!) eindresultaten. Daarom zijn bewezen én geverifieerde data van ongelooflijk groot maatschappelijk belang.”

Ook kan er veel meer worden ingezet op hergebruik (Second Life) van bijvoorbeeld panelen, die een tweede bestemming krijgen, ook in niet-kritische bouwtoepassingen. Als een paneel wordt verwijderd, dan zou deze bijvoorbeeld als basis voor een abri gebruikt kunnen worden. Of bij de bouw van een fietsenstalling. Of tafeltennistafel. Het einddoel is dus om de levensduur van de panelen te verlengen waardoor koolstof nog langer wordt opgeslagen. Maar je moet dan wel weten op basis van welke data je de keuze maakt.”

Marco tot slot: “Voor ons is duurzaamheid al lang geen modewoord meer. Het gaat om het delen van de impact op het milieu. We willen een verbeterslag maken en dat kan alleen als we weten hóe we dat moeten doen. En precies om de hóe gaat het: daarom stellen we een nieuwe standaard. Noem het een ongekende toewijding aan transparantie over data. Met het eindresultaat zal de branche blij zijn: iedereen kan betere weloverwogen beslissingen nemen ten aanzien van duurzaamheid.”