Er vindt momenteel een ‘reboot’ plaats in de bouw. Het vertrouwen in de markt heeft een nieuw dieptepunt bereikt, wat maakt dat ontwikkelaars en beleggers op hun handen zitten. Dat constateert Anita de Groot, directeur van De Groot & Visser. Het biedt volgens haar kansen voor marktpartijen. Reden voor de gevelbouwer om juist nu een nieuwe generatie duurzame én betaalbare vlies- en elementengevels te introduceren. Maak kennis met de BicoSkin en Ciskin gevelconcepten.
Naast een gigantisch woningvraagstuk, is er in de bouw ook een enorm duurzaamheidsvraagstuk dat door regelgeving verder gestuurd gaat worden de komende jaren, zegt Anita. “De CO2-taks staat voor de deur. In principe wordt deze vanaf 2025 geïntroduceerd, maar of dat voor het kabinet haalbaar is, is nog maar de vraag. Anders wordt het 2027 of 2028. Dat is best een hele uitdaging, want enig conservatisme is de bouw niet vreemd. Toch zal er collectief op CO2 bespaard moeten worden in de bouwkolom. Alle partijen definiëren nu eigen doelstellingen en dat zorgt voor een interessante soep aan zaken en smaken.”
Duurzaamheid is één, maar het is ook zaak om als bouwkolom te anticiperen op de echte behoefte vanuit economisch en langetermijnperspectief van ontwikkelaars en beleggers, vindt Anita. “Bij die laatste doelgroep staat CO2-besparen niet altijd voorop, zeker niet als de kosten dan onevenredig toenemen. Als gevelbouwer nemen wij onze verantwoordelijk door duurzame initiatieven te ontwikkelen die ook betaalbaar zijn en daarmee een win-win voor alle partijen. Duurzaamheid gaat ook over het welbevinden van de gebouwgebruiker op de lange termijn in een omgeving die prettig en leefbaar is. Dat houden we telkens in het achterhoofd bij alle ontwikkelingen die we doen.”
Het nieuwe circulaire Ciskin vliesgevelconcept komt uit de koker van De Groot & Visser, Alkondor en Wicona. “We hebben de handen ineengeslagen om een flexibel gevelconcept te ontwikkelen dat makkelijk aanpasbaar is. Zodat je een gevel niet voor tien of vijftien jaar ontwikkelt, maar voor honderd jaar”, benadrukt Anita. “Daarmee is het concept dus ook financieel interessant. Het is toch van de zotte dat gebouwen en dus ook gevels uit de jaren negentig nu al op de nominatie staan om gesloopt te worden. Bij Ciskin wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van recyclebare materialen, die demontabel worden toegepast in een bij voorkeur vast stramien en daarmee aanpasbaar zijn in functie en prestatie gedurende de exploitatie. Dat maakt dat een geveldeel dat nu in glas wordt uitgevoerd, in de toekomst perfect uitgewisseld kan worden voor bijvoorbeeld een pv-paneel.” De reacties op het circulaire gevelconcept zijn veelbelovend en het eerste project in Waddinxveen wordt begin 2024 uitgevoerd.
Met de BicoSkin elementengevel zet De Groot & Visser samen met ontwikkelpartner Holland Composites een grote stap richting een duurzame toekomst. “We passen zo min mogelijk CO2-belaste materialen toe en maken gebruik van biobased (heeft al CO2 geabsorbeerd) en gerecyclede materialen”, legt Anita uit. BicoSkin bestaat uit een kern van gerecyclede PET-flessen met een schil van biocomposiet uit agriwaste. Met het concept is een Rc-waarde tot 6,7 m²K/W mogelijk, terwijl de CO2-footprint twee tot vijf keer lager ligt dan die van HSB- of betongevels. “De elementen worden compleet geprefabriceerd in onze fabriek. Na plaatsing is er geen buitenafwerking meer nodig. Het biocomposiet laat zich bovendien in verschillende vormen persen en is te combineren met alle mogelijke afwerkingen. Dat zorgt voor een ongekende vrijheid in vorm- en kleurgebruik. Een mooi voorbeeld daarvan is de super duurzame en geometrisch gevormde gevel van The Pulse in Amsterdam, bestaande uit 10.000 m2 aan BicoSkin elementen. Met recht een gevel voor de toekomst.”
Met zowel het circulaire Ciskin als het duurzame BicoSkin dat demontabel en upgradable is op de lange termijn, beantwoordt De Groot & Visser niet alleen aan het duurzaamheidsvraagstuk, maar neemt ook direct de lange termijn doelstellingen mee van zowel de aannemer als belegger. “Om dat te bereiken, is heel veel samenwerking nodig in volledige transparantie”, erkent Anita. “Alleen dan kan het efficiënter, duurzamer én betaalbaarder.”