Platform over gevels, glas & daken
Geen chocola te maken van hogere staalprijs
Mr. Bettina Hertstein

Geen chocola te maken van hogere staalprijs

Wereldwijd staat chocolade bekend als een genotmiddel waaraan positieve effecten worden toegeschreven vooral op het gemoed. Dat het gemoed niet altijd positief beïnvloed wordt door chocola, bleek toen de samenwerking tussen een staalconstructiebedrijf en een chocoladeproducent erg verbitterd was geworden. De rechter werd verzocht zich over de zaak te buigen. En dat was niet om de kwaliteit van de bonbons vast te stellen.

Opdrachtgever is producent van luxe chocoladeproducten. Opdrachtnemer is staalfabrikant en is gespecialiseerd in het ontwerpen, vervaardigen en plaatsen van staalconstructies. Partijen komen – aansluitend aan tal van besprekingen en offertes tussen mei en september 2020 – overeen dat de staalfabrikant de staalconstructie van de nieuwe chocoladefabriek zal gaan realiseren. De contractwaarde bedraagt € 2.850.000. Op een van de concepten van de opdrachtbevestiging heeft de chocoladeproducent de handgeschreven opmerking geplaatst “prijsvast tot einde werk”. Deze opmerking en de toevoeging daaraan door de staalfabrikant “De opdracht is prijsvast tot einde werk. Start bouw mei 2021” is vastgelegd in de overeenkomst en door beide partijen ondertekend op 13 december 2020.  

Vrij snel daarna is duidelijk geworden dat start bouw eind mei 2021 niet haalbaar was. Ook had een forse stijging van materiaalprijzen plaatsgevonden. Voor de rechtbank stelt de staalfabrikant dat hij een prijsstijging van € 918.216 wil doorleggen naar de chocoladeproducent daarbij verwijzend naar artikel 7 van de – op de overeenkomst van toepassing verklaarde – Metaalunievoorwaarden dan wel naar artikel 7:753 BW respectievelijk artikel 6:258 BW. De chocoladeproducent betwist dat hij de gestegen kosten zou moeten betalen. Hij wijst erop dat partijen zijn afgeweken van artikel 7 Metaalunievoorwaarden en artikel 7:753 BW.

De staalfabrikant betwist niet dat een prijsvastbeding is overeengekomen maar stelt dat hij daarmee heeft bedoeld dat hij de reguliere kostenstijgingen niet zou doorberekenen en dat hij met het prijsvastbeding artikel 7 van de Metaalunievoorwaarden noch artikel 7:753 BW heeft willen uitsluiten. Ook stelt hij dat de vaste prijs afhankelijk is gesteld van de start bouw van de staalconstructie in mei 2021. De chocoladeproducent betoogt dat partijen juist vanwege onzekerheid over de tijdige verlening van de bouwvergunning een voorbehoud in de overeenkomst hebben opgenomen evenals een regeling voor het risico op stijgende materiaalprijzen omdat hij dat risico niet wilde lopen. 

In zijn oordeel betrekt de rechter wat partijen redelijkerwijs over en weer op grond van de bepalingen in hun overeenkomst, hun gedragingen en wat zij hebben verklaard, mochten verwachten. Naar zijn oordeel staat in de overeenkomst dat de prijs vast zou zijn tot einde werk van de staalfabrikant. Er staat echter ook dat de Metaalunievoorwaarden van toepassing zijn. Er is niet vermeld dat artikel 7 Metaalunievoorwaarden en artikel 7:753 BW zijn uitgesloten. Als professionele partijen met ervaring in het contracteren hadden ze uitsluiting van deze artikelen nadrukkelijk moeten vastleggen in de overeenkomst. Dat hebben ze niet gedaan.

Uit de verklaringen ter zitting echter wordt duidelijk dat de projectleider van de chocoladefabrikant al tijdens de besprekingen op 17 september 2020 heeft aangegeven dat hij het risico van prijsschommelingen wilde afkopen met een (complete) vaste prijs. Dit wordt bevestigd door een vertegenwoordiger van de staalfabrikant die daaraan toevoegt dat het risico van prijsschommelingen voor hem te overzien was omdat hij aan het prijsvastbeding de voorwaarde start bouw mei 2021 heeft verbonden.

De rechter is van oordeel dat niet volgt uit de tekst van het beding, de overeenkomst en de verklaringen van partijen dat de chocoladeproducent redelijkerwijs zelf had moeten kunnen begrijpen dat het prijsvastbeding gekoppeld zou zijn aan de voorwaarde start bouw mei 2021. Het beroep van de staalfabrikant op artikel 7 Metaalunievoorwaarden, artikel 7: 753 BW of artikel 6:258 BW slaagt daarom niet. Er is geen sprake van een situatie van onvoorziene omstandigheden die van dien aard is dat een aanpassing van de prijs gerechtvaardigd is.

Met de beste bedoelingen starten en toch elkaar verkeerd begrepen hebben, is helaas maar al te vaak aan de orde en niet alleen in de bouw. Voor het chocola maken van de ingrediënten voor vakkundig gemaakte metalen ramen en gevelelementen heb je echt niet altijd stalen zenuwen nodig. Een blik op www.vmrg.nl leidt u rechtstreeks naar gecertificeerde gevelbouwers.  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details