Duurzaam is bij Cladding Point ook echt duurzaam. Van zand tot klant, kan er onder ISO14001 en BES6001 geproduceerd en geleverd worden. Daarmee hebben architecten en aannemers een belangrijke troef in het winnen van aanbestedingen. En kunnen opdrachtgevers zich met gecertificeerde producten onderscheiden van concurrenten die vaak niet verder komen dan greenwashing.
Het terugdringen van afval is een van de cruciale klimaat- en milieuvraagstukken, begint directeur Harry van der Veen. De directeur van Cladding Point heeft de afgelopen periode geïnvesteerd in duurzaamheid voor en door de hele keten. “Daardoor kunnen wij unieke garanties geven binnen de gevelindustrie. Onze producten, van zand tot klant, kunnen onder ISO14001 en BES6001 geproduceerd en geleverd worden. Garanties die de wet nog niet verplicht, maar de markt steeds meer afdwingt.” Om het duurzame beleid van zand tot klant ook daadwerkelijk te kunnen certificeren, heeft Van der Veen adviesbureau COR (Circular Organisation for Rebuild) in de arm genomen. “Bij ons is duurzaamheid daarom geen marketingkreet maar realiteit.”
De belofte ‘Eenvoud en Zekerheid’ staat centraal in de manier van werken bij Cladding Point. Van der Veen: “Je moet niet proberen het wiel opnieuw uit te vinden, maar het wiel steeds ronder te maken. Om afval te reduceren zijn we uitvoerig bezig om gesloten retoursystemen voor hergebruik van onze producten in te richten en toe te passen. De gevelpanelen van Cladding Point zijn namelijk niet alleen veelgebruikt bij nieuwbouwprojecten, maar ook bij renovatie- of uitbreidingsprojecten. Niet zelden worden daarbij oude sandwichpanelen van het eigen of ander merk vervangen. Wij zijn druk bezig om op korte termijn 100% circulair te kunnen bouwen met onze producten, dit zelfs met de mogelijkheid tot de allerhoogste subsidies in Europa.”
Re-use is niet de enige optie op de duurzaamheidsladder. Cladding Point biedt bij haar sandwichpanelen die aan het eind van hun levenscyclus zijn, de mogelijkheid tot een terugnamegarantie. Van der Veen legt uit: “We halen ze op verantwoorde wijze weer uit elkaar. Alle onderdelen, staal, schuim en steenwol zijn hernieuwbaar. Voor het recyclen van steenwol hebben we contracten met steenwolproducenten. Het staal kan oneindig keer worden gemengd met nieuw ijzererts. En het teruggehaalde hardschuim krijgt een nieuw leven als vloer-, spouw- of dakisolatie.” Uiteraard worden ook de eigen bedrijfsprocessen gecertificeerd. “Al onze medewerkers worden opgeleid en getraind in wat wel en niet is toegestaan. Daarnaast gaat een groot deel van het transport per trein. Zowel de toelevering van grondstoffen naar ons bedrijf als de aflevering van de sandwichpanelen bij onze relaties.”
Behalve de grote stappen die al zijn gezet, worden meer duurzaamheidsambities uitgewerkt. Zo krijgt elk paneel een eigen materiaalpaspoort, waardoor in een gedetailleerde database alle kenmerken identificeerbaar zijn. Ook wordt een proces ingericht om zelfs zaagafval terug te halen van de bouwplaats. Van der Veen: “We gaan de hele bouwketen benaderen, van de architect die samen met de bouwheer zit tot en met de aannemer. Het doel: iedereen overtuigen dat lage kosten per vierkante meter in eerste instantie er leuker uitzien, maar dat duurzaamheid op termijn veel meer oplevert. In geld, maar ook in de meerwaarde van maatschappelijk verantwoord ondernemen.”