Platform over gevels, glas & daken
De circulaire geveleconomie: samen de regie nemen voordat vrijwillig verplicht wordt
In The Green House in Utrecht draait alles om ‘circulair’, de glazen gevel is afkomstig uit de voormalige naastgelegen Knoopkazerne. Het pand is volledig remontabel gebouwd.

De circulaire geveleconomie: samen de regie nemen voordat vrijwillig verplicht wordt

Eén ding is duidelijk. Als we op de huidige voet blijven doorgaan, dan is de gevelbouw in 2030 niet ver genoeg om halverwege 100% circulair en 100% CO2 neutraal te zijn. Op onderdelen van de gevel misschien wel, maar niet als gehele gevelelementen.

Nog geen 100%

Erger nog, als alle nu denkbare circulaire maatregelen worden genomen, dan moet er in 2050 nog steeds gecompenseerd worden om in de buurt van de 100% te komen. Dit blijkt, als de resultaten van de berekeningen binnen het onderzoek langs de lat van de circulaire- en klimaatdoelen van het Rijk en Europa worden gelegd. En dan hebben we het over alle relevante maatregelen onder andere van recycling, productontwerp en logistiek tot en met financiering, waardebehoud, subsidies en fiscale maatregelen. Let wel, dit is met de huidige kennis van zaken.

Behoefte aan circulair materiaal

Daarnaast verdwijnen er van de materialen die broodnodig zijn nog steeds te veel uit de kringloop, waardoor het ook lastig wordt om te komen tot gevels met een steeds hoger percentage materiaal van circulaire komaf. Het materiaal verdwijnt naar andere continenten, naar laagwaardige toepassingen, andere kringlopen of nog deels richting verbranding of stort.   

De prognoses wijzen op een tot 2030 toenemende behoefte aan gebouwen, dus ‘gevelvoorraad’. Dat is voor gevelbedrijven in principe positief nieuws. Maar dan is dus wel alles wat uit de gevel komt nodig… en meer… om via hergebruik of recycling de gevel weer in te gaan.

Vrijwillig voor hoe lang

Verder zijn het Rijk en Europa steeds meer genegen met financiële maatregelen te gaan sturen, zoals bijvoorbeeld het beprijzen van CO2 uitstoot. Dan zal het ‘onveranderd doorgaan als altijd’ straks impact hebben op winstgevendheid. Nu is nog veel vrijwillig. De vraag is niet of dat zo blijft, maar hoe lang. Het aanwijzen van milieuprestatieberekeningen in het Bouwbesluit is daar een goed voorbeeld van. Wellicht wordt het nog niet altijd nageleefd en zijn de grenswaarden ruim gesteld, maar deze berekeningen zijn wel verplicht. Het punt is dat richting 2030 stapsgewijs deze grenswaarden worden gehalveerd. Wie dan zijn milieuprestaties niet op orde heeft, komt langzamerhand in de knel. En dat is voor de gevelbouw niet nodig, als nu de juiste stappen worden gezet.

Verkenning

Om de circulaire potentie te bepalen en conclusies te trekken, is niet over een nacht ijs gegaan. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben een verkennend onderzoek in de markt gezet om de transitie naar een circulaire gevel­economie nader te onderzoeken. Dit onderzoek is afgelopen zomer afgerond. 

Bij de uitvoering van het onderzoek waren de volgende brancheverenigingen nauw betrokken: Vereniging Metalen Ramen en Gevelbranche (VMRG), Vereniging Kunststof Gevelelementenindustrie (VKG), Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie (NBvT), Vlakglasrecycling Nederland (VRN) en Algemene Branchevereniging Hang- en Sluitwerk (VHS). Het onderzoek-consortium onder leiding van Alba Concepts heeft tevens circa 50 lidbedrijven en stakeholders geïnterviewd. Binnen het onderzoek is aandacht besteed aan alle aspecten die een rol kunnen spelen om de circulariteit te verhogen. Denk aan ‘losmaakbaarheid’: hoe goed zijn onderdelen te demonteren zonder schade? Of bijvoorbeeld, wat is het effect als de materiaalstromen veranderen en meer wordt teruggewonnen uit de gevelvoorraad voor nieuwe gevels of hergebruik? 

Scenario’s 

In het onderzoek is ook rekening gehouden met de invloed van verschillende scenario’s. 

In het eerste scenario zijn de effecten meegenomen als er actie wordt ondernomen op het vlak van ‘product(ontwerp) en organisatie’ voor verschillende circulaire businessmodellen. Dit is iets wat bedrijven grotendeels zelf in handen hebben, maar waar aanvullende samenwerking leidt tot synergievoordeel en kostenverlagend kan werken, onder andere op het vlak van logistiek. 

Bij het tweede scenario is onderzocht welke barrières en kansen er zijn als vanuit een financieel perspectief verbetering van circulariteit wordt benaderd. Kunnen beschikbaarheid van formats voor andere financiering-, contract- en taxatie modellen helpen om verder te komen? Ook digitale tools en platformen, zoals Cirlinq, waarmee u over een dashboard van uw gevelvoorraad beschikt, kunnen helpen de resterende waarde van een gevel aanzienlijk hoger uit te laten komen.

Als derde scenario kwamen de ‘institutionele kaders’ aan de orde, oftewel hoe wet- en regelgeving positief kan bijdragen. Daar is het effect onderzocht van producentenverantwoordelijkheid en algemeen verbindend verklaring, subsidies zoals MIA/Vamil en fiscale maatregelen. Ook is geconstateerd, dat juridische aspecten zoals auteursrecht, splitsing van aanbestedingen of eigendomsrecht circulaire businessmodellen kunnen belemmeren.

Voor een kort overzicht van onderzochte zaken zie bovenstaande tabel.

Enorme potentie

De gevelbranche heeft dus enorme potentie als het gaat om verbetering van circulariteit en CO2 reductie. Natuurlijk is de gevelbranche al jaren bezig met circulariteit en CO2 reductie. Er zijn al langer systemen voor recycling voor delen van de gevel beschikbaar. Ook stellen bestaande keurmerken deels al de nodige eisen op dit vlak. En wat te denken van handelsbedrijven die zelf retourname van gevelproducten en materialen hebben georganiseerd? Of producenten die nieuwe businessmodellen hebben omarmd,  van terugnameverplichting en servicecontracten tot en met de  leasegevel. Op deze ervaring,  kennis, tools en meer bouwt de circulaire geveleconomie voort.

Het afronden van de verkenning betekent de start om samen met alle partijen stappen te gaan maken. Een belangrijke volgende stap is om tot een ketenakkoord circulaire geveleconomie te komen. Hierin worden bindende afspraken gemaakt. In een ‘circulaire geveleconomie’ maakt dat wat eens raam, deur, kozijn of vliesgevel was in een volgende cyclus weer deel uit van de gevel. Om dit voor elkaar te krijgen, is een nationaal systeem voor recycling van metalen, kunststof en houten gevels, inclusief vlakglas en hang- en sluitwerk nodig. Daarom gaat een belangrijk onderdeel van de afspraken over het komen tot een collectieve (overkoepelende) producentenverantwoordelijkheid, ofwel een collectief retoursysteem, voor de gevel. Op deze wijze kan beter grip op grondstoffen worden gehouden, zodat deze vanuit de gevel behouden blijven voor de gevel. Voor de opzet van een systeem, inclusief kwaliteit en certificering, wordt aan bedrijven gevraagd mee te denken over de inrichting. Een Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) zorgt er vervolgens voor, dat er geen sprake kan zijn van  oneerlijke concurrentie. Daarvoor hebben de branches de overheid nodig. 

Platform met branches en overheid

Vervolgens biedt een platform Circulaire Geveleconomie met branches en overheid de mogelijkheid om met elkaar in gesprek te blijven en stap voor stap met innovatieprojecten en maatregelen het volle potentieel voor de gevelbouw te benutten. Kortom, nu stappen nemen, maakt in 2030 een wereld van verschil voor de positie van de gevelbouw.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details