Platform over gevels, glas & daken
Chesterfield House, Londen Wembley – Verfijning met subtiele metseldetails

Chesterfield House, Londen Wembley – Verfijning met subtiele metseldetails

In de twee torens van het Londense Chesterfield House zorgen fraaie metseldetails voor verfijning van de architectuur en inpassing in de omgeving. Architect Joost Kok van Maccreanor Lavington Architects gebruikte aan de getrapte gevels de Hagemeistersorteringen Oslo GT en Werne GT: “Deze harde steen is voor hoogbouw een uitstekende keuze. Bovendien: van veraf bieden de Hagemeistersorteringen een rijk totaalbeeld, van dichtbij zorgen de details van de individuele stenen voor levendige gevels.”

De hoge dichtheid, dat is het eerste dat Joost Kok, associate director van het Rotterdams/Londens bureau Maccreanor Lavington Architects onder de aandacht brengt bij Chesterfield House. De twee torens in Londen Wembley tellen 239 appartmenten – op een kavel van 0,45 hectare: “Omgerekend is dat meer dan 500 woningen per hectare.” De opgave van ontwikkelaar HUB en Bridges Ventures, een sterk in de lokale gemeenschap gewortelde investeerder, luidde: realiseer appartementen voor de lokale middle class Londenaren. Dat verklaart waarom in de twee torens van Chesterfield House niet alleen dure koopappartementen te vinden zijn, maar ook sociale huur en vrije sector huur. Joost Kok: “Zo krijgt de lokale gemeenschap een kans in de stad te blijven. De mix gaat van studio’s van 38 vierkante meter tot vierkamer woningen van 100 vierkante meter.”

Chesterfield House ligt aan de A4809, op de hoek van High Road en Park Lane, niet ver van Wembley Stadium. Daar wordt momenteel veel nieuwbouw ontwikkeld. Kok: “Met projecten als Chesterfield House willen HUB en Bridges Ventures ook andere delen van Wembley meetrekken in de vaart der volkeren. De buurt rondom Chesterfield House was op zijn retour en kon een impuls goed gebruiken – bijvoorbeeld door in Chesterfield House behalve betaalbare woningen ook een goed community centre en retail te integreren.”

De hoge dichtheid van Chesterfield House zou aanvankelijk worden gerealiseerd in één enkele toren. Het programma werd echter al snel gespreid over twee torens, verbonden door een lager volume met de entrees naar beide torens. Een duurdere oplossing – want meer gevels – maar ook één die de mogelijkheid bood om tussen de torens openbare ruimte te realiseren, een wens van de gemeentelijke stedenbouwkundigen. Chesterfield House kreeg een royale stoep aan de High Road en een ‘binnenplein’ tussen beide torens. Het lagere middendeel kreeg bovendien een poort, toegang tot het gebied achter de torens dat eveneens wordt heringericht. Joost Kok: “Dat verankert de nieuwbouw nog meer in de buurt.” De twee torens zijn getrapt om de volumes naar boven toe elegantie te verlenen, aldus Kok: “Daarnaast zijn de hoeken licht afgeschuind om de zichtlijnen vanaf de High Road te verbeteren en ‘lucht’ tussen de torens te creëren.”

Aan de gevels kregen de twee torens rondom metselwerk: “Wij zijn als bureau echte ‘baksteenarchitecten’ die waarde hechten aan de duurzaamheid van baksteen. Baksteen gaat lang mee, is robuust en verweert bovendien mooi. In Londen heeft bijna alle hoogbouw een ‘corporate’ uitstraling. Er komt meer weerstand tegen dit beeld. Omdat het niks doet voor het straatbeeld, het is niet warm en niet prettig.”

Voor het metselwerk van Chesterfield House koos Kok twee Hagemeistersorteringen – één voor elke toren. In de hoge toren is de Werne GT toegepast. Die sortering bestaat voor vijftig procent uit de Hagemeistersortering Liverpool en voor vijftig procent uit de Haltern. Kok: “De Liverpool is een donkerbruin-grijze steen. De Haltern is een sortering met roodbruine stenen met een paarsroze tint, met kolensintering en zetstrepen, en met een percentage witte stenen. Dat maakt de sortering expressiever en wilder. Samen vormen ze de donkergevlekte Werne-mix.” De witte stenen uit de Haltern-sortering danken hun kleur aan een engobe. De donkere zetstrepen zijn onstaan in de productie. Door het om en om stapelen van de stenen in de oven zijn sommige delen van de steen bedekt, andere delen niet. Kolengruis dat over de stenen in de oven wordt uitgestrooid, laat op uitsluitend de onbedekte delen donkere zetstrepen achter.

De lage toren kreeg aan de gevels de caramelkleurige Oslo GT. In het verbindende lage volume tussen beide torens, koos Joost Kok voor een 70-30% mix van Werne GT en Oslo GT: “Je ziet dat de Oslo GT en de koele paarsroze Werne GT eigenlijk met elkaar vloeken, maar ook dat ze uit dezelfde familie stammen – elk met een ander kleurenspectrum en een eigen expressie.”

In beide torens paste Kok speciale hoekstenen en glazuurstenen toe om de plint meer te detailleren: “Geglazuurde steen is een echte Londense traditie. De geglazuurde groene stenen in de plint zijn van de Nederlandse fabrikant St. Joris.” Daarnaast kregen de negges lichte stenen, met een positieve impact op de daglichttoetreding dankzij de reflectie van het licht. De panelen tussen de ramen zijn uitgevoerd in witte zigzag baksteen. De torens zijn traditioneel gemetseld. In halfsteens verband, maar wel op Engels formaat, aldus Joost Kok: “Dat formaat van 215 x 102 x 65 millimeter is iets makkelijker te verwerken dan het Nederlandse

Waalformaat, omdat het Engels formaat echt modulair is. Met de voeg erbij tellen drie lagen van 75mm weer een volledige strek van 225mm, dus je komt altijd mooi uit met een hele steen. Het formaat is wel iets lomper dan Waalformaat.” De voeg is platvol gevoegd, niet terugliggend, maar eenvoudig afgestreken.

En dan zijn er nog de in het oog springende beëindigingen van de torens. Hier werd de witte steen parabolisch ingemetseld om een expressieve witte bekroning te krijgen, inclusief een kamvormige beëindiging uit doorgezette penanten. Joost Kok: “De vertande bovenkanten zijn beeldbepalend voor het ontwerp en maken het gebouw van verre herkenbaar.”

Gedurende het bouwproces werkte projectarchitect Toby Ware van Maccreanor Lavington Architects nauw samen met aannemer en metselaars om de kwaliteit van de metselwerkdetails te optimaliseren en te waarborgen. De harde Hagemeistersteen verlangde enige coördinatie van de aannemer, aldus Kok, vanwege de lage wateropname van de steen: “Met een normale steen metsel je een steigerhoogte per dag, met deze steen circa tien lagen. Maar voor hoogbouw als deze zijn de Hagemeistersorteringen een uitstekende keuze. Op hoogte is meer windlast en wordt dus meer regen in bakstenen geslagen. Stenen blijven langer nat. Bij een zachte steen leidt dat tot vervuiling en algengroei aan de noordzijde. Ook vorst heeft op hoogte veel meer impact. Bovendien bezit de harde Hagemeistersteen een andere bijzondere kwaliteit: van veraf bieden de sorteringen een rijk totaalbeeld, van dichtbij zorgen de details van de individuele stenen voor levendige gevels.”

Projectgegevens
  • Opdrachtgever: HUB, Londen
  • Ontwerp: Maccreanor Lavington Architects, Londen/Rotterdam
  • Design Architect: Joost Kok
  • Projectarchitect: Toby Ware
  • Ontwerpteam: Monique Gorisse, Wing Yung, Magda Szczypka, Lizzy van Zon, Ismael Planelles Naya, Reinoud van der Zijde, James Foskett
  • Hoofdaannemer: Henry Construction, London
  • Sortering: Werne GT en Oslo GT
  • Formaat: SF 215 x 102 x 65
  • Gemetseld geveloppervlak: 4.000 m²

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details